'Verbazing' (bij Lucas 1:5-25)

Week 1. 

Het is wat donker in de klas. De grote tl.lampen zijn uit. De meester/juffrouw heeft ze uitgedaan om het wat gezelliger te maken. In plaats van de tl-lampen heeft hij/zij een paar kaarsjes aangestoken en paar op haar eigen tafel en op de schriftenkast.
Het is immers al advent, en het is soms zo somber overdag. De bladeren van de bomen, regen op de ramen.

De meester/juffrouw heeft een boek gepakten begint met voorlezen.
Gezellig is het zo. Een beetje dromerig luistert Karel naar een verhaal over een huismusje dat allerlei avonturen beleeft. Een vreemd verhaal eigenlijk, droomt Karel wat voor zich weg, vreemd, omdat dieren niet praten kunnen. Maar toch kan het kleine musje in het verhaal wel praten.

Stel je voor als je zou kunnen horen wat musjes zeggen, dan....
Hé, wat is dat? Karel kijkt gespannen uit het raam. Heel langzaam dwarrelt er een sneeuwvlokje naar beneden. En dan nog een, en nog een.
Meester/juffrouw, roept Karel het uit, het sneeuwt....
Het verhaal over het musje heeft even geen aandacht meer, alle ogen kijken naar buiten. Het sneeuwt....
Als de eerste opwinding wat gezakt is gaat meester/juffrouw verder met vertellen.
Het musje vliegt boven een duiventil en ziet hoe de duiven...

Hoeveel zou zo'n sneeuwvlokje wegen? Karel staart dromend naar buiten. Een echte mus gaat vlak voor het raam op een dunne tak zitten. Is dat die mus uit het verhaal?
Thuis heeft zijn vader/moeder een weegschaal. Maar zo'n vlokje zou je daarmee niet kunnen wegen.
‘Nee, hoor, zo'n sneeuwvlokje weegt minder dan niks'! Zegt het musje dat, daar op de tak voor het raam? Helemaal heel weinig, zo goed als niks, dat is niet veel denkt Karel.

Hij ziet hoe er steeds maar meer sneeuwvlokjes naar beneden zweven en hoe er op een andere tak vlak boven de tak van het musje een wit laagje sneeuw komt.
Als vanzelf gaat Karel ze tellen, een... twee... drie.... vier... vijf... zes... soms blijven er een heleboel vlokjes tegelijk op de tak liggen, soms duurt het even voor de volgende komt.
Tien...elf...twaalf...dertien,veertien,vijftien,zestien ..... zeventien ............ achttien....

Raar eigenlijk achttien keer minder dan niets.....hoeveel sneeuwvlokjes zouden er op een tak passen..?
Het is inmiddels nog donkerder geworden en Karel heeft moeite om zijn ogen open te houden, zo ingespannen tuurt hij bij het tellen van de sneeuwvlokjes. Hij is eerlijk gezegd de tel kwijtgeraakt en telt zo maar wat.... achthonderdduizend één, achthonderdduizend twee, achthonderdduizend drie...steeds minder dan niets....
Dan worden zijn ogen groter, pas op musje, wil hij schreeuwen, want hij ziet dat het takje boven de mus begint door te buigen...pas op!!!
Het klinkt ineens zomaar uit zijn mond, pas op...! En de hele klas kijkt hem aan.
‘Is er wat?'Vraagt de meester/juffrouw.
Die tak breekt onder het gewicht van een sneeuwvlokje en dan valt die tak boven op het musje. Alle kinderen kijken naar buiten en zien hoe het musje weg fladdert.
Ze lachen een beetje, maar luisteren dan weer naar de meester/juffrouw omdat het verhaal van het musje en de duiven zo spannend is.
Karel heeft er niets van gevolgd en kijkt weer naar buiten.
Het sneeuwen is even iets minder geworden. Af en toe valt er nog een vlokje.
Het takje, vlak boven de tak waar het musje gezeten had, buigt nog steeds door.
Een enkele verdwaalde sneeuwvlok dwarrelt nog naar beneden. En op het moment dat Karel de tel allang is kwijtgeraakt, valt er opnieuw een sneeuwvolk, minder dan niets, op de doorbuigende tak.

En de tak......breekt!!!
Karel kijkt er met open mond naar...een enkel sneeuwvlokje en de tak breekt.......
Vol verbazing blijft hij zitten, met zijn mond wijd open.
Eén enkel sneeuwvlokje en de tak breekt...
"Karel doe die eetschuur eens dicht, het toch hier" De meester/juffrouw kijkt lachend van zijn/haar boek op. "Waar zat je in dromenland?"
Ik zag hoe onder het gewicht van een sneeuwvlokje een tak afbrak, stottert Karel...
‘Maar dat kan niet', zegt de meester/juffrouw, ‘daar is een sneeuwvlok niet zwaar genoeg voor'.
Echt waar wel hoor, houdt Karel voor en vertelt wat hij gezien heeft.
Dat was niet het gewicht van die ene sneeuwvlok legt de meester/juffrouw uit, als hij/zij het verhaal gehoord heeft. Dat waren alle sneeuwvlokken samen. En let nu maar verder op, want het verhaal over de mus en de duif is bijna uit.

De meester/juffrouw leest verder...al die sneeuwvlokken...hij zag toch echt dat het die ene sneeuwvlok was.
Die maakt het verschil, het gewicht van die ene sneeuwvlok....echt waar....verbazingwekkend wat één sneeuwvlok kan betekenen.....
(hier is een gesprek mogelijk over het verbazingwekkende dat iets heel kleins een groot verschil kan maken. Een klein kind (Johannes/Jezus) als teken van nieuwe toekomst, een belofte die moed en vertrouwen geeft, een ‘goede daad' die vreugde geeft, etc

Dit naar aanleiding van: "De parabel van de mees en de duif"
'Zeg, hoeveel weegt een sneeuwvlok?' vroeg een mees aan een Wilde duif.
'Minder dan niks,' gaf die ten antwoord.
'Dan moet ik je een merkwaardig verhaal vertellen,' zei de mees.
'Ik zat op de tak van een den, dicht bij de stam, toen het begon te sneeuwen.
Niet hevig, met stormgeweld, nee, als in een droom, zonder geluid of gewicht
Daar ik niks beters te doen had,
begon ik de sneeuwvlokken te tellen die op de twijgen en naalden van mijn tak vielen en daar aan bleven hangen.
Op de kop af driemiljoenzevenhonderdeenenveertigduizend negenhonderd tweeënvijftig waren het er. Toen de driemiljoenzevenhonderdeenenveertigduizend negenhonderdtwee envijftigste vlok omlaag kwam -minder dan niks, zoals je zegt - brak de tak af.'
Daarop vloog de mees weg.
De duif, sedert de dagen van Noach gespecialiseerd in dit soort vragen,
zei na enig nadenken bij zichzelf:
Misschien ontbreekt er nog maar één stem van één enkele mens om de vrede in de wereld te verwerkelijken."